Mening pijnpatiënten pijnzorg
In 2013 onderzochten wij wat pijnpatiënten van de pijnzorg van toen vonden. Met als resultaat dat er veel ontevredenheid was over de verkregen adviezen, de gekregen behandeling en het resultaat van de behandeling.
Samenvatting van het onderzoeksrapport
Dit onderzoek is uitgevoerd door J.S. Voerman, L. Chomrikh, F.P.J.M. Huygen van de Afdeling Anesthesiologie, Centrum voor Pijngeneeskunde, Erasmus Medisch Centrum
In 2013 onderzochten wij wat pijnpatiënten van de pijnzorg van toen vonden. De belangrijkste conclusie was dat de pijnpatiënten erg ontevreden waren met de verkregen adviezen, de gekregen behandeling en het resultaat van de behandeling.
Het doel van de huidige studie was het in kaart brengen van de tevredenheid van Nederlandse pijnpatiënten met de zorg voor chronische pijn. Verder zou explorerend gezocht worden naar voorspellers (o.a. kenmerken van de pijn, werksituatie en kwaliteit van leven) van deze tevredenheid.
De resultaten laten zien dat de tevredenheid met de zorg voor chronische pijn slechts matig is. Vooral de tevredenheid met betrekking tot de verkregen adviezen en behandeling en het resultaat van de behandeling zijn teleurstellend. Daarnaast gaven deelnemers aan dat er weinig ruimte is om het onderwerp seksualiteit te bespreken in de spreekkamer. De tevredenheid met de zorg is niet voor iedereen hetzelfde. Zo zijn deelnemers met minder pijn, een langere frequentie van de pijn en een gevonden verklaring hiervoor over het algemeen meer tevreden. Deelnemers die meer moeten verzuimen van het werk, zijn juist minder tevreden.
Communicatie tussen arts en patiënt
Wanneer patiënten meer tevreden zijn over de betrokkenheid van de werkgever zijn ze ook meer tevreden over de zorgverlening. Ook het hebben van een vast aanspreekpunt hangt positief samen met tevredenheid, waarbij deelnemers met een vast aanspreekpunt meer tevreden zijn.
Tot slot zijn deelnemers die een hogere kwaliteit van leven ervaren, meer tevreden over de zorg voor chronische pijn.
Uit de hierboven beschreven resultaten zijn een aantal belangrijke aanbevelingen af te leiden. Vooral de communicatie tussen arts en patiënt biedt mogelijkheden voor verdere verbetering, o.a. als het gaat om het bespreken van de verschillende behandelopties en het bespreekbaar maken van het onderwerp seksualiteit.
Verder zou ook de communicatie tussen zorgverleners verder verbeterd kunnen worden. Deelnemers gaven aan het gevoel te hebben dat er slechts matig overleg is tussen verschillende zorgverleners. Een vast aanspreekpunt zou hier mogelijk een oplossing kunnen bieden.
Kwaliteit van leven
Tot slot lijkt de kwaliteit van leven van grote invloed op de ervaren tevredenheid. Vanuit het huidige onderzoek is niet vast te stellen of een lage kwaliteit van leven mensen meer ontevreden maakt of dat de relatie de andere kant op werkt, namelijk dat mensen die meer ontevreden zijn, aangeven een lagere kwaliteit van leven te hebben. Los hiervan lijkt het belangrijk dat er in de spreekkamer meer aandacht komt voor klachten als angst, depressie, beperkingen in het dagelijks leven en beperkte sociale steun.
Concluderend, laat de huidige studie zien dat de tevredenheid met de zorgverlening voor chronische pijn slechts matig is. Aangezien dit een eerste cross-sectionele studie is, moeten we voorzichtig zijn met het interpreteren van de gevonden relaties tussen tevredenheid en o.a. pijn, werksituatie en kwaliteit van leven. Hoewel in dit rapport al een aantal aanbevelingen gedaan kunnen worden, is verder onderzoek nodig om de klinische praktijk van verdere handvaten te voorzien.