Pijncongres 2024

Het samenwerkingsverband Pijnpatiënten naar een Stem (SWP) organiseerde op 20 december 2024 – in de ‘Week van de Pijn 2024’ – een pijncongres in Utrecht.
Dit congres was speciaal voor leden, donateurs en vrijwilligers van de lidorganisaties van SWP.

Wij willen iedereen bedanken voor hun deelname aan het Pijncongres. We kijken enorm positief terug op deze middag door de enthousiaste reacties van de bezoekers en de sprekers.

 

Terugblik op het Pijncongres

verslag door: Ruud Kortekaas

Het was in Utrecht-Lunetten. Ik dacht dat lunette ‘bril’ betekent. De naam van de wijk verwijst naar aanwezige verdedigingswerken, deze zijn namelijk lensvormig.

De eerste spreker was dr. René Oosterwijk, een man die zijn sporen heeft verdiend in de revalidatie en neurochirurgie. Hij sprak over fibromyalgie en aanhoudende lage rugpijn.

Een leuk citaat kwam van Morgan Freeman, de bekende acteur en presentator. Hij heeft namelijk fibromyalgie en zei “I only get one life and I will not let fibromyalgia take away the joy of living it.”

Tegenwoordig onderscheiden we drie soorten pijn. De eerste is nociceptieve pijn. Er is dan schade op de zere plek. Dit is acute pijn bijvoorbeeld als je in je vinger snijdt. De tweede is neurogeen (ook wel: neuropathisch). Er is dan schade aan het zenuwstelsel, en de plek die zeer doet is niet de plek van de schade. Dit duurt vaak langer dan de eerste categorie. Een voorbeeld is fantoompijn of pijn bij een hernia. De derde soort heet neuroplastische pijn. Dit is de nieuwste categorie. Het gaat om aanhoudende pijn, maar er is nauwelijks schade aan de zere plek of aan het zenuwstelsel. Toch is de pijn echt, het zenuwstelsel is nl. overgevoelig geworden.

Oosterwijk besprak het -tegenwoordig wijd geaccepteerde- biopsychosociale model van pijn. Dit houdt in dat niet alleen je immuun- en zenuwstelsel (bio) maar ook je emoties (psycho) en de mensen om je heen (sociaal) de aard en ernst van de pijn bepalen. Dit kan verklaren waarom de één wél aanhoudende pijn krijgt en de ander niet. Bijvoorbeeld, je hebt een verkeersongeluk gehad en iets gebroken. De veroorzaker van je ongeval wil niet betalen  voor de schade. Dit maakt je woedend en de pijn gaat maar niet over. Als je partner er geen begrip voor heeft maakt dit de kans op genezing nóg kleiner.

Een ander onderwerp van Oosterwijk was het afbouwen van pijnstillers. Mensen verwachten dat ze meer pijn gaan krijgen met afbouwen, maar uit de praktijk blijkt het omgekeerde. Mensen krijgen juist minder pijn na afbouwen. Desondanks kost het veel energie en aandacht om dit proces te voltooien.

Ook onderstreepte hij het belang van goede slaap: na één slechte nacht wordt je pijnsysteem 30% gevoeliger. Dus let op de slaaphygiëne.

 

Meira Toussaint is vaktherapeute dans, gespecialiseerd in bewegen met chronische (pijn)klachten. Tussen de lezingen door verzorgde zij muziek met de uitnodiging om te bewegen. Er werd goed meegedaan door het publiek en volop geswingd.

 

Kimberly van Horssen was de volgende spreker. Ze is student physician assistant pijngeneeskunde bij het Amazing Erasmusprogramma ‘Beter in je vel coach’. Bea Kalter, mede-oprichtster, cultuursocioloog en mindfulnesstrainer, was verhinderd.

Met acht trainingen leren jongeren en kinderen om een goede balans tussen lichaam en geest te krijgen en meer grip op pijnklachten.

Mw. van Horssen lanceerde een stelling: “stressreductie kan helpen bij chronische pijn”. Handen omhoog wie het ermee eens is? Bijna iedereen in de zaal.

Ook zij stipte het biopsychosociale pijnmodel aan.

biologisch: waar voel je dat, erfelijkheid,

psychologisch: je stemming, je karakter, je eigenwaarde

sociaal: familie, vrienden en andere mensen om je heen, je hobby’s, je financiële situatie, je leefomgeving.

Ze omschreef mindfulness als een toestand van volledig bewust zijn van je lichaam, emoties en geest. Haar beschrijving kwam goed overeen met beschrijvingen van de parasympathicus in fysiologieboeken. Dit is de tegenhanger van het stresssysteem met als bekende zenuw de nervus vagus. Ze gaf het publiek ook ademinstructies, met een suggestie van een oceaan die heen en weer stroomt. Dit was natuurlijk bedoeld om de vagus en de parasympathicus te activeren en stress te verlagen.

 

Dr. Larissa Meijer is neuropsycholoog en Universitair Docent.

Het gaat over verminderen van aanhoudende pijn door zachte aanrakingen van de huid. Ze had een mooi stukje neuroanatomie, dus hoe alle zenuwbanen van pijn verlopen. Weer kwam het biopsychosociale model van pijn langs. Zij noemde het hoofd-lijf-leven dus psycho-bio-sociaal.

De zachte aanrakingen, strelingen zou je kunnen zeggen, laten pijn verminderen. Er is een bepaalde instructie over hoe snel (1 tot 10 cm per seconde) en hoe lang dit moet (minstens 10 minuten). Het werkt het best als een bekende of geliefde de aanrakingen doet, als je het zelf doet werkt niet of minder goed. Eén patiënt met de ziekte van Parkinson en pijnlijke neuropathie had zelfs een permanent verdwijnen van de pijn in de handen. Net als bij andere pijnbehandelingen is het resultaat sterk individueel verschillend. Waar dat door komt is niet nog duidelijk geworden.

Deze therapie is ook getest. De resultaten waren weer erg wisselend, met goede tot afwezige pijnvermindering. Interessant was ook dat sommige proefpersonen de strelingen helemaal niet plezierig vonden, maar dat het dan tóch kon werken.

Er waren zeer veel vragen uit de zaal en vanuit de thuiskijkers. Hoe lang duurt het effect? Tijdens en net na de aanraking is het effect het grootst, het duurt soms een paar dagen, maar dit is weer heel verschillend.

Waar doe je de streling? Op de romp en armen werkt het best want daar heb je meer haarzakjes. Die spelen blijkbaar een rol. Het hoeft dus beslist niet op de zere plek.

 

 

 

De laatste spreker was dr. Frits Winter. Hij is medisch psycholoog. Zijn nieuwste boek ‘Zo doet pijn minder zeer’ werd uitgedeeld aan de bezoekers. Dit gaat over het onder controle krijgen van je pijn.

Centraal in zijn lezing stond de poorttheorie van Melzack en Wall (1965). Het gaat erom dat pijn kan vermeerderen en verminderen door gebeurtenissen in het zenuwstelsel. Dit noem je sensitisatie en desensitisatie. De poort waarmee pijn zich toegang verschaft tot hersenen en bewustzijn kan meer open en meer dicht.

Dingen om de poort kleiner te maken zijn: dingen op de automatische piloot doen, werken volgens een structuur. Ook het hebben van een interne lotsbepaling helpt, dat betekent dat je zelf de regie in je leven hebt of neemt en dat je je niet laat leven.

Veel nadenken helpt niet. Het is niet goed om het te druk te hebben maar te weinig doen is nog slechter. Je zou kunnen zeggen dat mind emptiness nog nuttiger is dan mindfulness, maar dat was natuurlijk een woordspeling, dus niets ten nadele van mindfulness. Winter zei ook “Er is niks zo slecht voor je pijn en je geluk als constant met jezelf bezig zijn.” Niemand kan zichzelf helpen, maar je kan wel een ander helpen. Iedereen kan helpen, maar niemand wil geholpen worden. We moeten af van die ondermijnende trots en valse schaamte.

Hij onderstreepte ook het belang van doseren. Dit is een valkuil voor mensen met pijn. “Als ik elke dag een klein stukje wandel krijg ik eelt, als ik alles in één dag prop krijg ik blessures en blaren.” Je moet dus stoppen als het nog leuk is.

Je moet eigenlijk zorgen dat je de hele dag afwisselt tussen inspannen en ontspannen. Inspanning wordt dankzij ontspanning pas pijndempend. Andersom wordt de ontspanning pas pijndempend na een gedane inspanning. Als je fysiek sterker ben, ben je ook mentaal beter. Als je moe bent zie je problemen, als je fitter wordt zie je oplossingen.

Wat ook de poort sluit is om dingen uit te proberen, om af en toe ook risico’s te nemen.

Over naar je lichaam luisteren had dr. Winter een paar rake en verrassende opmerkingen met voorbeelden. “Je moet helemaal niet naar je lichaam luisteren, als er één je beduvelt is het wel je eigen lichaam. Je voelt je goed, je gaat veel doen, en de volgende dag ben je de bok. Het kan niet zo zijn dat je rug de ene dag goed is en de volgende dag slecht.” In hardlopen heeft hij zelf nooit zin, maar achteraf is hij altijd blij dat hij het gedaan heeft. Nog een voorbeeld van beduvelen is iemand met een slok op: die voelt zich goed, is slim bezig, kan alles. Dus luister niet naar je lichaam, je kan beter een slim schema hebben en daarin groeien. Daarom hebben schaatsers een coach die hun rondetijden aanstuurt. Want ook topschaatsers kunnen hun eigen gevoel over hun lichaam niet vertrouwen. Je moet niet je gevoel maar je verstand volgen. Laten we meer doen en minder denken.

 

Het samenwerkingsverband Pijnpatiënten naar een Stem (SWP) organiseerde op 20 december 2024 – in de ‘Week van de Pijn 2024’ – een pijncongres in Utrecht.
Dit congres was speciaal voor leden, donateurs en vrijwilligers van de lidorganisaties van SWP.

Wij willen iedereen bedanken voor hun deelname aan het Pijncongres. We kijken enorm positief terug op deze middag door de enthousiaste reacties van de bezoekers en de sprekers.

 

Terugblik op het Pijncongres

verslag door: Ruud Kortekaas

Het was in Utrecht-Lunetten. Ik dacht dat lunette ‘bril’ betekent. De naam van de wijk verwijst naar aanwezige verdedigingswerken, deze zijn namelijk lensvormig.

De eerste spreker was dr. René Oosterwijk, een man die zijn sporen heeft verdiend in de revalidatie en neurochirurgie. Hij sprak over fibromyalgie en aanhoudende lage rugpijn.

Een leuk citaat kwam van Morgan Freeman, de bekende acteur en presentator. Hij heeft namelijk fibromyalgie en zei “I only get one life and I will not let fibromyalgia take away the joy of living it.”

Tegenwoordig onderscheiden we drie soorten pijn. De eerste is nociceptieve pijn. Er is dan schade op de zere plek. Dit is acute pijn bijvoorbeeld als je in je vinger snijdt. De tweede is neurogeen (ook wel: neuropathisch). Er is dan schade aan het zenuwstelsel, en de plek die zeer doet is niet de plek van de schade. Dit duurt vaak langer dan de eerste categorie. Een voorbeeld is fantoompijn of pijn bij een hernia. De derde soort heet neuroplastische pijn. Dit is de nieuwste categorie. Het gaat om aanhoudende pijn, maar er is nauwelijks schade aan de zere plek of aan het zenuwstelsel. Toch is de pijn echt, het zenuwstelsel is nl. overgevoelig geworden.

Oosterwijk besprak het -tegenwoordig wijd geaccepteerde- biopsychosociale model van pijn. Dit houdt in dat niet alleen je immuun- en zenuwstelsel (bio) maar ook je emoties (psycho) en de mensen om je heen (sociaal) de aard en ernst van de pijn bepalen. Dit kan verklaren waarom de één wél aanhoudende pijn krijgt en de ander niet. Bijvoorbeeld, je hebt een verkeersongeluk gehad en iets gebroken. De veroorzaker van je ongeval wil niet betalen  voor de schade. Dit maakt je woedend en de pijn gaat maar niet over. Als je partner er geen begrip voor heeft maakt dit de kans op genezing nóg kleiner.

Een ander onderwerp van Oosterwijk was het afbouwen van pijnstillers. Mensen verwachten dat ze meer pijn gaan krijgen met afbouwen, maar uit de praktijk blijkt het omgekeerde. Mensen krijgen juist minder pijn na afbouwen. Desondanks kost het veel energie en aandacht om dit proces te voltooien.

Ook onderstreepte hij het belang van goede slaap: na één slechte nacht wordt je pijnsysteem 30% gevoeliger. Dus let op de slaaphygiëne.

 

Meira Toussaint is vaktherapeute dans, gespecialiseerd in bewegen met chronische (pijn)klachten. Tussen de lezingen door verzorgde zij muziek met de uitnodiging om te bewegen. Er werd goed meegedaan door het publiek en volop geswingd.

 

Kimberly van Horssen was de volgende spreker. Ze is student physician assistant pijngeneeskunde bij het Amazing Erasmusprogramma ‘Beter in je vel coach’. Bea Kalter, mede-oprichtster, cultuursocioloog en mindfulnesstrainer, was verhinderd.

Met acht trainingen leren jongeren en kinderen om een goede balans tussen lichaam en geest te krijgen en meer grip op pijnklachten.

Mw. van Horssen lanceerde een stelling: “stressreductie kan helpen bij chronische pijn”. Handen omhoog wie het ermee eens is? Bijna iedereen in de zaal.

Ook zij stipte het biopsychosociale pijnmodel aan.

biologisch: waar voel je dat, erfelijkheid,

psychologisch: je stemming, je karakter, je eigenwaarde

sociaal: familie, vrienden en andere mensen om je heen, je hobby’s, je financiële situatie, je leefomgeving.

Ze omschreef mindfulness als een toestand van volledig bewust zijn van je lichaam, emoties en geest. Haar beschrijving kwam goed overeen met beschrijvingen van de parasympathicus in fysiologieboeken. Dit is de tegenhanger van het stresssysteem met als bekende zenuw de nervus vagus. Ze gaf het publiek ook ademinstructies, met een suggestie van een oceaan die heen en weer stroomt. Dit was natuurlijk bedoeld om de vagus en de parasympathicus te activeren en stress te verlagen.

 

Dr. Larissa Meijer is neuropsycholoog en Universitair Docent.

Het gaat over verminderen van aanhoudende pijn door zachte aanrakingen van de huid. Ze had een mooi stukje neuroanatomie, dus hoe alle zenuwbanen van pijn verlopen. Weer kwam het biopsychosociale model van pijn langs. Zij noemde het hoofd-lijf-leven dus psycho-bio-sociaal.

De zachte aanrakingen, strelingen zou je kunnen zeggen, laten pijn verminderen. Er is een bepaalde instructie over hoe snel (1 tot 10 cm per seconde) en hoe lang dit moet (minstens 10 minuten). Het werkt het best als een bekende of geliefde de aanrakingen doet, als je het zelf doet werkt niet of minder goed. Eén patiënt met de ziekte van Parkinson en pijnlijke neuropathie had zelfs een permanent verdwijnen van de pijn in de handen. Net als bij andere pijnbehandelingen is het resultaat sterk individueel verschillend. Waar dat door komt is niet nog duidelijk geworden.

Deze therapie is ook getest. De resultaten waren weer erg wisselend, met goede tot afwezige pijnvermindering. Interessant was ook dat sommige proefpersonen de strelingen helemaal niet plezierig vonden, maar dat het dan tóch kon werken.

Er waren zeer veel vragen uit de zaal en vanuit de thuiskijkers. Hoe lang duurt het effect? Tijdens en net na de aanraking is het effect het grootst, het duurt soms een paar dagen, maar dit is weer heel verschillend.

Waar doe je de streling? Op de romp en armen werkt het best want daar heb je meer haarzakjes. Die spelen blijkbaar een rol. Het hoeft dus beslist niet op de zere plek.

 

 

 

De laatste spreker was dr. Frits Winter. Hij is medisch psycholoog. Zijn nieuwste boek ‘Zo doet pijn minder zeer’ werd uitgedeeld aan de bezoekers. Dit gaat over het onder controle krijgen van je pijn.

Centraal in zijn lezing stond de poorttheorie van Melzack en Wall (1965). Het gaat erom dat pijn kan vermeerderen en verminderen door gebeurtenissen in het zenuwstelsel. Dit noem je sensitisatie en desensitisatie. De poort waarmee pijn zich toegang verschaft tot hersenen en bewustzijn kan meer open en meer dicht.

Dingen om de poort kleiner te maken zijn: dingen op de automatische piloot doen, werken volgens een structuur. Ook het hebben van een interne lotsbepaling helpt, dat betekent dat je zelf de regie in je leven hebt of neemt en dat je je niet laat leven.

Veel nadenken helpt niet. Het is niet goed om het te druk te hebben maar te weinig doen is nog slechter. Je zou kunnen zeggen dat mind emptiness nog nuttiger is dan mindfulness, maar dat was natuurlijk een woordspeling, dus niets ten nadele van mindfulness. Winter zei ook “Er is niks zo slecht voor je pijn en je geluk als constant met jezelf bezig zijn.” Niemand kan zichzelf helpen, maar je kan wel een ander helpen. Iedereen kan helpen, maar niemand wil geholpen worden. We moeten af van die ondermijnende trots en valse schaamte.

Hij onderstreepte ook het belang van doseren. Dit is een valkuil voor mensen met pijn. “Als ik elke dag een klein stukje wandel krijg ik eelt, als ik alles in één dag prop krijg ik blessures en blaren.” Je moet dus stoppen als het nog leuk is.

Je moet eigenlijk zorgen dat je de hele dag afwisselt tussen inspannen en ontspannen. Inspanning wordt dankzij ontspanning pas pijndempend. Andersom wordt de ontspanning pas pijndempend na een gedane inspanning. Als je fysiek sterker ben, ben je ook mentaal beter. Als je moe bent zie je problemen, als je fitter wordt zie je oplossingen.

Wat ook de poort sluit is om dingen uit te proberen, om af en toe ook risico’s te nemen.

Over naar je lichaam luisteren had dr. Winter een paar rake en verrassende opmerkingen met voorbeelden. “Je moet helemaal niet naar je lichaam luisteren, als er één je beduvelt is het wel je eigen lichaam. Je voelt je goed, je gaat veel doen, en de volgende dag ben je de bok. Het kan niet zo zijn dat je rug de ene dag goed is en de volgende dag slecht.” In hardlopen heeft hij zelf nooit zin, maar achteraf is hij altijd blij dat hij het gedaan heeft. Nog een voorbeeld van beduvelen is iemand met een slok op: die voelt zich goed, is slim bezig, kan alles. Dus luister niet naar je lichaam, je kan beter een slim schema hebben en daarin groeien. Daarom hebben schaatsers een coach die hun rondetijden aanstuurt. Want ook topschaatsers kunnen hun eigen gevoel over hun lichaam niet vertrouwen. Je moet niet je gevoel maar je verstand volgen. Laten we meer doen en minder denken.